Het Geheimzinnige Eiland<br />De Verlatene by Jules Verne (early readers .txt) đź“–
- Author: Jules Verne
Book online «Het Geheimzinnige Eiland<br />De Verlatene by Jules Verne (early readers .txt) 📖». Author Jules Verne
Hij klom dus over de verschansing, langs den boeg, en bereikte toen het voordek. Daar sloop hij tusschen de slapende roovers door en deed zoo de ronde van het schip; hij ontdekte spoedig dat het gewapend was met vier kanonnen, die kogels van acht Ă tien pond konden schieten.
Een tiental mannen lagen op het dek te slapen, maar het was zeer wel mogelijk, dat zich een grooter aantal in de kajuit bevond. Bovendien had Ayrton gemeend te verstaan, dat zij met hun vijftigen waren. Dit was zeer veel tegenover de zes kolonisten! Maar gelukkig zou Cyrus Smith, dank zij de toewijding van Ayrton, niet onverhoeds overvallen worden; hij zou weten, hoe sterk zijn vijanden waren en zou in verband hiermede de noodige maatregelen kunnen nemen.
Er bleef nu voor Ayrton niets anders over dan terug te keeren en zijn vrienden in kennis te stellen met hetgeen hij gehoord en gezien had, en hij stond op het punt weder naar het voorste gedeelte van het schip te gaan, om weer weg te zwemmen. Maar toen nam de man, die besloten had meer dan zijn plicht te doen, plotseling een heldhaftig besluit. Hij wilde zijn leven opofferen, om dat der kolonisten te redden. Cyrus Smith zou zeker aan vijftig man geen weerstand kunnen bieden. Toen kwamen zijn redders hem voor [103]den geest, zij die van hem weder een eerlijk man hadden gemaakt, aan wie hij alles verplicht was; zij zouden zonder mededoogen gedood worden, hun werk vernield, en hun eiland veranderd worden in een roofnest! Hij zeide tot zich zelf, dat hij, Ayrton, de oorzaak van al deze rampen was, daar zijn oude makker Bob Harvey slechts zijn eigen plannen had verwezenlijkt, en een gevoel vol afschuw maakte zich van hem meester. Toen kwam een onwederstaanbare lust bij hem op, om de brik en allen die er op waren in de lucht te doen springen. Ayrton zou wel is waar hierbij ook zijn leven verliezen, maar hij zou zijn plicht doen.
Hij aarzelde dus niet. Het ruim te bereiken waar het kruit geborgen lag, was zeer gemakkelijk. Kruit zou er op zulk een schip stellig in overvloed wezen en hij had slechts een lont noodig om het schip in een oogwenk te vernietigen. Ayrton sloop behoedzaam naar het tusschendek, waar velen lagen te slapen, of liever in een roes gedompeld waren. Er brandde een licht aan den voet van den grooten mast, waaraan een wapenrek was bevestigd, dat een aantal vuurwapenen bevatte.
Ayrton nam een revolver en overtuigde zich dat deze goed geladen was. Meer had hij niet noodig om zijn verdelgingsplan te volvoeren. Hij begaf zich dus naar het achtergedeelte, waar zich de kruitkamer bevond. Toch was het moeilijk om zich in dat gedeelte een weg te banen, zonder een enkele half ingeslapen zeeroover te raken. Nu eens kreeg hij een vloek, dan een trap. Ayrton was meer dan eens genoodzaakt stil te staan. Maar eindelijk bereikte hij de deur van de achterkajuit en vond hij den toegang tot de kruitkamer. Hij moest die open breken. Hij kon de deur niet openen zonder eenig gedruisch te maken. Maar met zijn krachtige hand slaagde hij er in; het slot sprong.... de deur was geopend....
Op hetzelfde oogenblik voelde Ayrton een hand op zijn schouder.
“Wat doet gij daar?” vroeg op ruwen toon een man van reusachtige gestalte, die plotseling uit de schaduw te voorschijn trad en het licht van een lantaarn op Ayrton’s gelaat deed schijnen.
Ayrton sprong achteruit. Plotseling had hij bij het schijnsel van den lantaarn zijn ouden medegevangene Bob Harvey herkend, maar deze had zich zijner zeker niet herinnerd, daar hij dacht dat Ayrton reeds sedert lang dood was.
“Wat doet gij daar?” zeide Bob Harvey en greep hem bij den riem dien hij om zijn middel had.
Maar Ayrton gaf geen antwoord, rukte zich van den hoofdman los en wierp zich in de kajuit. EĂ©n pistoolschot onder die vaten kruit, en alles was geschied....
“Overal mannen!” schreeuwde Bob Harvey.
Twee of drie roovers waren op dit geroep ontwaakt, snelden naar [104]Ayrton en trachtten hem op den grond te werpen. De krachtige Ayrton rukte zich los. Tweemaal loste hij een schot en twee roovers stortten neder, maar een stoot met een mes, dien hij niet had kunnen ontwijken, trof hem in den schouder.
Ayrton begreep thans dat hij zijn besluit niet kon volvoeren.
Bob Harvey had de deur gesloten, en hij hoorde reeds op het tusschendek een luid gestommel, veroorzaakt door het ontwaken der overige roovers. Hij moest zich zelf sparen om aan de zijde van Cyrus Smith te kunnen strijden. Er schoot hem dus niets anders over dan te vluchten! Maar was dit nog mogelijk? Dit was zeer onzeker, hoewel hij tot het uiterste in staat was om zich weder bij zijn vrienden te voegen.
Nog viermaal kon hij schieten. Twee keer loste hij een schot, beiden op Bob Harvey gemikt, maar geen een trof hem, althans niet ernstig. Ayrton maakte dus gebruik van een oogenblik rust, snelde naar de trap en bereikte op die wijze het dek. Toen hij het licht genaderd was, sloeg hij dit uit en een volslagen duisternis omringde hem, waardoor zijn vlucht begunstigd werd. Twee of drie roovers, ontwaakt door het gedruisch, kwamen op dit oogenblik de trap af. Een vijfde pistoolschot van Ayrton wierp een van hen naar beneden; de andere hierdoor verschrikt, deinsde terug, niets begrijpende van hetgeen er gebeurde. Ayrton was in twee sprongen op het dek, en drie seconden later, nadat hij eerst nog zijn revolver gelost had op een der roovers, die hem bij den hals greep, sprong hij over de borstwering en wierp zich in zee.
Hij had nog geen zes slagen gedaan, of reeds regende het kogels om hem heen.
Welke aandoening moest zich van Pencroff meester maken, die verlaten op een rots zat, en van Cyrus Smith, den reporter, Harbert en Nab in de Schoorsteenen, toen zij die schoten aan boord van het schip hoorden. Zij waren naar het strand gesneld, hielden hun geweren gereed, om elken aanval af te weren. Voor hen bestond er niet de minste twijfel meer! Ayrton, overvallen door de roovers, was door hen omgebracht, en misschien zouden die ellendelingen van den nacht gebruik maken om een aanval op het eiland te wagen!
Een half uur verliep er. Het schieten was geëindigd, maar noch Ayrton noch Pencroff keerden terug. Had de landing dan reeds plaats gehad? Moesten zij Ayrton en Pencroff niet ter hulp snellen? Maar hoe? De zee was op dit oogenblik hoog; het kanaal konden zij dus niet oversteken. Zij hadden de prauw niet tot hunne beschikking. Men kan dus begrijpen in welk een stemming de kolonisten verkeerden.
Tegen half een bereikte een prauw den oever. Het was Ayrton, die licht gewond en Pencroff, die heelhuids bij hun vrienden terugkeerden. [105]
“Wat doet gij daar?” zeide Bob Harvey. Blz. 103.
Terstond begaven allen zich naar de Schoorsteenen. Daar vertelde Ayrton het voorgevallene en verborg ook zijn plan niet om de brik in de lucht te doen springen. Allen drukten Ayrton de hand, [106]die niet ontveinsde dat hun toestand van zeer ernstigen aard was. De roovers waren nu gewaarschuwd. Zij wisten dat het eiland Lincoln bewoond was. Zij zouden nu in grooter getale en beter gewapend aan wal gaan. Zij zouden niets ontzien. Wanneer de kolonisten in hun macht vielen, hadden zij niet het minste medelijden te verwachten!
“Welnu, wij zullen weten hoe te sterven,” zeide de reporter.
“Laten wij naar binnen gaan en op onze hoede wezen,” antwoordde de ingenieur.
“Bestaat er eenige kans om ons er uit te redden, mijnheer Cyrus?” vroeg de matroos.
“Ja, Pencroff.”
“Zoo, zoo; zes tegen vijftig.”
“Ja! zes!.... zonder te rekenen op....”
“Waarop?” vroeg Pencroff.
Cyrus antwoordde niet, maar hij hief zijn hand ten hemel.
De nevel trekt op.—Maatregelen van den ingenieur.—Drie posten.—Ayrton en Pencroff.—De eerste stap.—Twee landingssloepen.—Op het eilandje.—Zes veroordeelden aan land.—De brik licht het anker.—De kogels der Speedy.—Wanhopende toestand.—Onverwachte ontknooping.
De nacht ging verder rustig voorbij. De kolonisten waren op hun hoede en verlieten hun post bij de Schoorsteenen niet. De roovers schenen geen poging tot ontscheping te doen. Nadat zij het laatste schot, hetwelk op Ayrton gericht was, hadden gelost, vernamen zij niet het minste geraas, dat de tegenwoordigheid van het schip in den omtrek van het eiland verraadde. Des noods zou men zelfs kunnen denken dat men het anker gelicht had, omdat men met een te sterke tegenpartij meende te doen te hebben, en dat men zich uit deze streken had verwijderd. Maar dit was toch niet zoo: toen de dageraad aanbrak, konden de kolonisten door den optrekkenden nevel duidelijk een dichte massa onderscheiden. Het was de Speedy.
“Luistert, mijne vrienden,” zeide de ingenieur. “Naar hetgeen mij het best toeschijnt te doen, moeten wij vooral zorgen de roovers in de meening te brengen, dat dit eiland vrij talrijk bevolkt is, en [107]dus natuurlijk in staat weerstand te bieden. Ik stel dus voor om ons in drieën te verdeelen; de eerste groep zal bij de Schoorsteenen de wacht houden, de tweede aan den mond van de Mercy. Wat de derde betreft, ik geloof dat het goed zal wezen, als deze dan op het eilandje post vat, zoodat zij elke poging tot ontscheping verhinderen of ten minste voor het oogenblik tegenhouden kan. Wij hebben twee karabijnen en vier geweren tot onzen dienst. Allen zijn dus gewapend en aan kruit ontbreekt het ons niet. Wij worden door de rotsen beschut, dus hebben wij van hun kogels, zelfs niet van hun kanonnen iets te duchten. Alleen moeten wij zorgen, dat wij niet man tegen man met hen strijden moeten, want de roovers zijn veel talrijker. Dus moeten wij zorgen, dat zij zich niet ontschepen, maar tevens, dat wij ons niet blootgeven; sparen wij dus ons kruit en lood niet. Laat ons schieten, zoo vaak wij kunnen, maar altijd zorgen dat we raken. Elk van ons heeft acht of tien vijanden te dooden!”
Cyrus Smith had hen met de grootste kalmte op de hoogte van hun toestand gesteld, en hij had alles geregeld alsof hij eenigen arbeid bestuurde, in plaats van een veldslag. Allen keurden dan ook zonder tegenspraak, zijn raad goed. Het kwam er slechts op aan, voordat de nevel geheel was opgetrokken, hun posten in te nemen. Nab en Pencroff begaven zich terstond naar het Rotshuis om daar kruit en wapenen te halen. Gideon Spilett en Ayrton, beiden goede schutters namen de juistheids-karabijnen. De vier geweren werden verdeeld tusschen Cyrus Smith, Nab, Pencroff en Harbert.
Cyrus en Harbert bleven bij de Schoorsteenen, en hadden dus ook het toezicht over het strand. Gideon Spilett en Nab moesten bij de Mercy waken.
Ayrton en Pencroff gingen met de prauw naar het eilandje waar zij elk een post in namen.
Ingeval zij een ontscheping niet konden verhinderen, zouden Pencroff en Ayrton terstond met de prauw terugkeeren en dat gedeelte hetwelk het meest bedreigd werd, helpen verdedigen.
Vóór elk zich naar zijn post begaf, drukten de kolonisten elkaar de hand.
Zij konden nog onmogelijk ontdekt worden, daar het geen helder dag was. Maar weldra lag de brik voor hen en konden zij den zwarten wimpel duidelijk onderscheiden.
De Speedy vertoonde zich nu in haar geheel. Cyrus Smith kon door zijn verrekijker zien dat een dertigtal matrozen op het dek heen en weer gingen, en dat twee anderen, op den bezaansmast zittende, met de meeste aandacht het eiland beschouwden.
Eindelijk bespeurden de kolonisten tegen acht uur eenige beweging aan boord van de Speedy. Een bootje werd in zee gelaten met zeven man. Hun doel was ongetwijfeld om een nader onderzoek in [108]te stellen; maar zeker hadden de boeven geen plan te ontschepen, want dan zouden zij talrijker wezen.
Pencroff en Ayrton achter een der rotsen verborgen, zagen de roovers recht op zich aankomen. De boot naderde zeer voorzichtig. Nog slechts twee kabellengten was zij van het eilandje verwijderd.
Plotseling werden er twee schoten gelost. Een licht rookwolkje steeg boven de rotsen van het eiland. De man aan het roer en de man met het dieplood, stortten neder. Twee mannen vielen. Ayrton en Pencroff hadden, tegelijkertijd, er elk een getroffen.
Bijna op hetzelfde oogenblik dreunde een kanonschot, een vurige vlam schoot uit de wanden der brik en een kogel trof slechts de rotsen; de beide schutters bleven ongedeerd.
De boot keerde intusschen niet, zooals zij verwacht hadden, naar het schip terug; de matrozen roeiden uit alle macht de zuidelijke punt van het eilandje om, ten einde buiten het bereik der kogels
Comments (0)